Terug

Prinsjesdag 2022: veranderingen voor de personeels- en salarisadministratie

Op 20 september is het Belastingplan 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer met daarin maatregelen welke ondersteuning bieden voor de koopkracht. Werken wordt lonender en de hoge prijzen op energie en brandstof worden deels gecompenseerd. In dit artikel lees je wat de wijzigingen betekenen voor de personeels- en salarisadministratie.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

Het kabinet wil vanaf 1 januari 2025 de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) afschaffen. Wel blijft de IACK voor ouders met een of meer kinderen geboren voor 1 januari 2025 bestaan tot het (jongste) kind 12 jaar is, mits aan de voorwaarde wordt voldaan. Deze regeling is financieel aantrekkelijk om school en zorg voor kinderen te combineren. Hiervoor in de plaats wordt de kinderopvangtoeslag aangepast. Hoe dit eruit gaat zien is nog niet bekend.

Verhogen arbeidskorting

Om werken en meer uren werken aantrekkelijker te maken wordt de arbeidskorting per 1 januari 2023 jaarlijks verhoogd. Dit levert een voordeel op tot ruim € 500 netto voor werknemers en ondernemers die inkomstenbelasting betalen met een arbeidsinkomen tot € 115.000. De inkomstenbelasting wordt verlaagd door de arbeidskorting voor mensen die werken.

Inkomstenbelasting omlaag

De belasting op inkomen uit werk (Box 1) wil het kabinet verlagen met 0,14%. Dit geldt voor de eerste schijf tot € 73.071 (2022: 37,07% /2023: 36,93%). Hierdoor houden werkenden maximaal € 102 per jaar meer over.

Onbelaste reiskostenvergoeding

In het belastingplan wordt ook de onbelaste reiskostenvergoeding verhoogd naar € 0,21 per kilometer (2022 € 0,19). in verband met de hoge brandstofprijzen. Per 1 januari 2024 zal deze nogmaals verhoogd worden naar € 0,22 per kilometer. De werkgever is niet verplicht deze verhoging door te voeren.

Werkgeverslasten omlaag

Dit jaar wordt door het kabinet voorgesteld om de werkgeverslasten te verlagen. Er komt een verruiming van de werkkostenregeling (WKR) van 1,7% (2022) naar 1,92% (2023) tot een loonsom van € 400.000. Voor kleine werkgevers zal een lagere premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) gelden. De budgetten voor Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Energie-investeringsaftrek (EIA) worden verder verruimd, zodat organisaties kunnen investeren op milieuvriendelijke en energiebesparende bedrijfsmiddelen. De voorlopige sociale premies voor 2023:

Premie 2022 2023
Ouderdomsfonds (AOW) 17,90% 17,90%
Nabestaandenfonds (ANW) 0,10% 0,10%
Awf-laag 2,70% 2,64%
Awf-hoog 7,70% 7,64%
Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) 0,68% 0,68%
Aof-kleine werkgevers 5,49% 5,46%
Aof-grote werkgevers 7,05% 7,11%
Uniforme opslag kinderopvang (Aof) 0,50% 0,50%
Werkhervattingskas (rekenpremie) (Whk) 1,52% 1,53%

Minimumloon per 1 januari 2023

Het minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met 10,15%. Zonder de reguliere indexatie is dit een verhoging van 8,05%. Dit wijkt af van de plannen uit de voorjaarsnota 2022, om het minimumloon in drie stappen te verhogen. Deze keuze hangt samen door met de hoge inflatie op dit moment. Hierdoor stijgen ook de loongerelateerde uitkeringen.

Bestelauto’s per 2025

Om de verkoop van emissievrije of zuinige bestelauto’s te stimuleren wil het kabinet voor bestelauto’s dezelfde regels als voor de belastingheffing op personenauto’s. Hierdoor moet er per 2025 BPM betaald gaan worden bij aankoop van een bestelauto, als deze rijdt op benzine, gas of diesel. Ook zal gekeken worden naar de CO2-uitstoot. De motorrijtuigenbelasting (mrb) voor bestelauto’s wordt verhoogd met 15% en in 2026 nogmaals met 6,96%.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met salarisadviseur outsourcing Elle Pigmans, werkzaam bij IJK. Heb je vragen over de inhoud van dit artikel? Neem dan contact met ons op.