Terug

Nieuwe pensioenstelsel een stap dichterbij

De uitwerking van het pensioenakkoord is inzichtelijk via de website van de Rijksoverheid. De vakbonden zijn akkoord met de uitgangspunten. Wat is er afgesproken?

De onderstaande punten geven een handige samenvatting voor HRM’ers.

Pensioenuitkering wordt flexibeler

  • In het huidige pensioenstelsel zijn pensioenfondsen gebonden aan het aanhouden van buffers en strenge regels (onder andere de rekenrentes). In het nieuwe systeem gelden nieuwe regels en meandert de pensioenuitkering mee met goede en minder goede beleggingsresultaten.

Afschaffing van de doorsneesystematiek

  • De doorsneesystematiek in het huidige stelsel, waarbij iedereen dezelfde premie betaalt voor dezelfde pensioenopbouw, wordt afgeschaft. 
  • Jongeren betalen niet langer mee aan de pensioenen van ouderen.
  • Jonge werknemers betalen pensioenpremie die langer belegd wordt en dat levert uiteindelijk meer op. Zo ontstaat een eerlijker verdeling van pensioenpremies dan in de doorsneesystematiek.
  • In het nieuwe pensioencontract wordt niet de hoogte van de pensioenuitkering vastgelegd maar de ingelegde premie.
  • Afschaffing van de doorsneesystematiek heeft negatieve gevolgen voor de huidige deelnemers van pensioenfondsen en –verzekeraars. Er wordt aan maatregelen gewerkt om deelnemers te compenseren.

AOW-leeftijd stijgt minder snel

  • De leeftijd waarop iemand voor het eerst AOW krijgt, wordt tot en met 2021 bevroren op de huidige 66 jaar en 4 maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd in stappen door naar 67 jaar in 2024.
  • Vanaf 2025 blijft de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. Voor elk jaar dat de levensverwachting stijgt, wordt de AOW-leeftijd verhoogd met acht maanden.

Eerder stoppen, mensen met een zwaar beroep

  • Mensen met een zwaar beroep kunnen drie jaar eerder stoppen met werken. Daarvoor kunnen afspraken worden gemaakt in de cao’s. Er komt geen lijst met zware beroepen.
  • Voor eerder stoppen geldt in het oude systeem nog een boete, in het nieuwe pensioencontract wordt geen boete (RVU) geheven tot een bruto jaarinkomen van 19.000 euro.
  • De bestaande mogelijkheid om te sparen voor verlof wordt verruimd.
  • Voor werknemers (en voor hun werkgevers) blijft het financieel aantrekkelijker om door te werken.

Bedrag opnemen bij pensionering

  • De mogelijkheid wordt geboden om een deel van het opgebouwde pensioen op de datum van ingang van het pensioen op te nemen. Maximaal 10% van het opgebouwde pensioen om bijvoorbeeld een deel van de hypotheek af te betalen.

ZZP’ers

  • ZZP’ers worden verplicht zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Daarover worden nog afspraken gemaakt met verzekeraars en krijgen de mogelijkheid zich aan te sluiten bij een pensioenfonds.

Verankering in wetgeving

De weg ligt nu vrij om de gemaakte afspraken in wetgeving te verankeren. Het streven is erop gericht om het wetsvoorstel begin 2021 bij de Tweede Kamer in te dienen, met het oog op inwerkingtreding van het aangepaste wettelijke kader, waaronder het fiscale kader, per 1 januari 2022. In dat geval kan het nieuwe stelsel per 1 januari 2026, van toepassing zijn.

Betekenis voor de praktijk

Het ABP zal voor overheid en onderwijs de partij blijven voor de pensioenen. De verplichte verhoudingen tussen werknemer, werkgever en het pensioenfonds zal niet wijzigen. Het pensioen zal individueler worden en meer aan verandering onderhevig zijn. Naar verachting is het ABP-pensioen na de aanpassing beter vergelijkbaar met andere pensioenen.