Terug

Prinsjesdag 2023: de veranderingen voor HR in de zorg op een rijtje

Wat heeft 2024 voor de arbeidsmarkt in petto? Minder krapte? Stijgende lonen? Het blijft natuurlijk gissen. Maar op Prinsjesdag presenteerde het kabinet traditiegetrouw de belastingplannen voor 2024. Hoewel het kabinet nu demissionair is, kregen we wel een klein inkijkje in volgend jaar. In dit artikel lees je met welke plannen HR te maken krijgt.

De strijd tegen armoede 

Het kabinet weet dat er steeds meer huishoudens zijn die in armoede leven, of tegen de grens van armoede aanzitten. Dat moet anders. De huurtoeslag en het kindgebonden budget worden daarom hoger. De belastingkorting voor medewerkers, ook wel de ‘arbeidskorting’ genoemd, stijgt met € 115,- per jaar. Het Tijdelijk Noodfonds Energie blijft volgend jaar bestaan, om mensen met een laag inkomen te helpen bij het voldoen van hun energierekening.  

Bereid je als HR-professional dus voor op vragen over fiscale gevolgen van bijvoorbeeld een loonstijging. Welk effect heeft dit op de huurtoeslag? En hoe zit het met de arbeidskorting?  

Een minimumuurloon

Elk jaar stijgt het minimumloon. Tot nu toe werd steeds vastgesteld hoeveel een medewerker minimaal moet verdienen per maand. Maar: de een heeft een fulltime werkweek van 40 uur, terwijl dit bij de ander 36 uur is. De medewerker die 40 uur per week werkt, verdient dan per uur minder dan de medewerker met een 36-urige werkweek. Een beetje scheef, toch? Het kabinet vindt van wel. Dit zetten ze recht met de invoering van het minimumuurloon. Elke medewerker die het minimumloon verdient, krijgt daardoor hetzelfde uurloon. Een stuk eerlijker! 
 

In de zorgsector is de standaard fulltime werkweek vaak 36 uur. Wel kun je met de medewerker een werkweek van 40 uur afspreken. Als je veel medewerkers in dienst hebt die het minimumloon verdienen en een 40-urige werkweek hebben, dan kunnen je loonkosten dus flink stijgen. 

Belastingen

Dit jaar steeg de maximale reiskostenvergoeding die je onbelast aan je medewerker mag geven al naar € 0,21 per kilometer. Vanaf volgend jaar wordt dit € 0,23. 


 

Als werkgever in de Gehandicaptenzorg of VVT-sector brengt deze wetgeving weinig veranderingen voor je mee. In deze sectoren wordt namelijk een reiskostenvergoeding geregeld in de cao. Die reiskostenvergoeding is lager dan het wettelijke maximum. Als HR-professional kun je hierover vragen krijgen van medewerkers. 


Veel werkgevers profiteren van de Werkkostenregeling. Een regeling waardoor je met een deel van je loonsom onbelast dingen aan je medewerkers mag geven. In 2023 was de vrije ruimte 3%. Dit betrof een tijdelijke verhoging. In 2024 gaat de vrije ruimte terug naar de oorspronkelijke omvang van 1,92%.  


Houd er binnen je organisatie dus rekening mee dat je minder vergoedingen en verstrekkingen onbelast aan je medewerkers kunt geven. Blijven je vergoedingen en verstrekkingen onveranderd in 2024? En benutte je in 2023 de volledige vrije ruimte van 3%? Dan ga je in 2024 waarschijnlijk meer belasting betalen, omdat je vrije ruimte kleiner wordt. 

 

Minder tijdelijke arbeidsovereenkomsten? 

Het kabinet gaat door met de hervormingen op de arbeidsmarkt. Het doel is dat medewerkers sneller een vast contract krijgen en dat zij weten waar ze aan toe zijn als het gaat om hun werkrooster en salaris.  
 
Op basis van de huidige wet mag je drie tijdelijke contracten afspreken in drie jaar, voordat je medewerker recht heeft op een vast contract. Alleen als er een periode van zes maanden of langer tussen de tijdelijke arbeidsovereenkomsten zit, begint de telling van deze keten van arbeidsovereenkomsten weer opnieuw. Het kabinet wil deze tussenperiode van zes maanden verlengen naar vijf jaar, om tijdelijke arbeidsovereenkomsten te ontmoedigen. En: tot nu toe kon je op cao-niveau van de bestaande ketenregeling afwijken, maar ook deze mogelijkheid verdwijnt. Het concept wetsvoorstel ligt al klaar. Of, en wanneer dit wetsvoorstel daadwerkelijk wordt aangenomen is nog onduidelijk.  
 
Het kabinet wil daarnaast oproep- of nulurencontracten vervangen door arbeidscontracten met gegarandeerde minimumuren. Ook deze maatregel is nog niet definitief. 

Het is voor nu nog afwachten hoe de hervormingen op de arbeidsmarkt zullen uitpakken. Op 1 januari 2024 zal geen van deze voorgenomen veranderingen al definitief zijn.   

Over en uit  

Het kabinet schaft ook een aantal dingen af: 

  • Allereerst het STAP-budget: een subsidie van € 1000,- per medewerker om een opleiding mee te volgen. Van de subsidie wordt (te) veel misbruik gemaakt. Per 1 januari 2024 stopt het STAP-budget.  
  • Ook verdwijnt het Loonkostenvoordeel (LKV) dat je als werkgever kunt aanvragen als je een oudere medewerker met een UWV-uitkering in dienst neemt. Te weinig werkgevers maken gebruik van deze regeling. Waarschijnlijk vervalt de regeling pas vanaf 2026. 

Het STAP-budget stopt direct vanaf 2024, maar het LKV waarschijnlijk pas vanaf 1 januari 2026. Krijg je medewerkers van 56 jaar of ouder met een WIA-uitkering in dienst? Dan kun je voorlopig nog Loonkostenvoordeel aanvragen.  

Wil jij op de hoogte blijven?

Via ons HRM kennisplatform RAP houden we je op de hoogte van alle ontwikkelingen rondom de cao en wet- en regelgeving.